Een scheef hangende mond, een verwarde spraak of een verlamde arm: iedereen kent inmiddels wel het bekende spotje van de hartstichting over de belangrijkste tekenen van een beroerte. Maar wat is een beroerte nou eigenlijk, en wat is er aan te doen?
Een beroerte: wat is het?
Een beroerte (medisch: cerebrovasculair event, CVA) is een verzamelnaam voor aandoeningen waarbij de bloedtoevoer aan de hersenen acuut wordt verstoord. In ongeveer 80% van de gevallen wordt het veroorzaakt door een acute afsluiting van een bloedvat in de hersenen door een bloedprop. Dit heet een herseninfarct, of in sommige gevallen een transient ischemic event (TIA). In 20% van de gevallen kan het veroorzaakt worden door een hersenbloeding door het open barsten van een bloedvat in de hersenen.
Hoe herken je een beroerte?
Doordat de hersenen te weinig zuurstof krijgen, zal het deel met zuurstoftekort minder goed functioneren. Er treedt dan een verlamming op. Dit is vaak een specifiek gebied, bijvoorbeeld het gebied dat een arm aanstuurt, of het spraakgebied. De drie meest gemelde symptomen zijn in het aangezicht (een afhangende mondhoek), verlammingen van de arm (meestal enkelzijdig) of een afwijkende spraak. De afwijkende spraak kan zich uiten in een stoornis van het vinden van de juiste woorden, in het begrip, en het slecht kunnen uitspreken van woorden. Soms is de uitval heel subtiel; iemand kan een dronkenmansspraak hebben zonder een druppel te hebben gedronken.
Wanneer een hersenbloeding de oorzaak van een beroerte is kan het bloed rondom de hersenen op de hersenen drukken, waardoor ze nog meer beschadigd kunnen raken. Mensen met een hersenbloeding hebben onder andere hierdoor vaak plotsklapse, heftige hoofdpijn als symptoom.
Wanneer spreek je van een TIA?
Een TIA is een voorbijgaande acute afsluiting van een bloedvat in de hersenen waarvan de verschijnselen spontaan binnen 24 uur weer normaliseren. Indien de verschijnselen na 24 uur nog bestaan spreek je van een herseninfarct. Je weet dus pas achteraf of je een beroerte of TIA gehad hebt. Toch is het heel belangrijk bij symptomen niet 24 uur af te wachten!
Time is brain en de 4-uurs regel
Een patiënt met een verdenking op een herseninfarct moet zo snel mogelijk op de spoedeisende hulp gezien worden. Bij aanhoudende invaliderende klachten kan namelijk binnen 4 uur een behandeling gegeven worden: Trombolyse. Er wordt dan een sterke bloedverdunner toegediend, dit heet trombolyse. Het idee hier achter is dat de bloedverdunner de verstopping in de bloedvaten, een bloedstolsel, op kan lossen. Of dit echt precies zo werkt, daar is de wetenschap nog niet over uit.(3) En ook over of trombolyse überhaupt wel werkzaam is zijn de meningen verdeeld. Een betere en bewezen effectieve behandeling is er echter ook nog niet. (3)
Bijwerkingen van trombolyse
Het geven van zo'n sterke bloedverdunner (trombolyse) heeft echter wel een groot potentieel risico: het onstaan of verergeren van een hersenbloeding.(3) Voorafgaand aan deze behandeling wordt daarom eerst een CT-scan van het hoofd gemaakt om een hersenbloeding als oorzaak van de klachten uit te sluiten. Toedienen van een bloedverdunner zou een hersenbloeding immers alleen maar erger maken. Ook wanneer er geen hersenbloeding als oorzaak gevonden wordt, en de patiënt dus wordt verdacht van een beroerte op basis van een verstopping van de hersenvaten, kan er door trombolyse nog een hersenbloeding ontstaan. Het aangedane hersenweefsel is namelijk erg kwetsbaar en bloed daardoor makkelijk.(3) Het potentiële (maar niet keihard bewezen) positieve effect van de trombolyse en de ernst van de klachten wordt daarom altijd afgewogen tegen de potentiële risico’s van trombolyse. Het liefst in samenspraak met de patiënt waar mogelijk.
Nieuwste behandelmethoden en de toekomst
Omdat trombolyse niet altijd afdoende werkt en grote bijwerkingen kan hebben, is er de afgelopen jaren door Nederlandse onderzoekers in sneltreinvaart een aanvullende behandelmethode ontwikkeld voor herseninfarcten: de trombectomie.(1) Bij een trombectomie wordt er via de lies een katheter opgeschoven tot in het verstopte hersenvat. Daar wordt het bloedstolsel dat de verstopping veroorzaakt verwijderd. Momenteel wordt deze behandeling verricht tot maximaal 24 uur na ontstaan van de klachten in een selectieve groep patiënten. Het nieuwste onderzoek op het gebied van beroertes richt zich zowel op het mogelijk rekken van de 4-uurs regel voor trombolyse als op mogelijkheden om tot op 24 uur na ontstaan van de klachten nog een trombectomie te verrichten. Ook wordt er gekeken of trombectomie zelf beter werkzaam is dan trombolyse.
Naast deze invasieve behandelingen zijn er ook een boel niet-invasieve behandelingen die worden gegeven aan mensen die een beroerte hebben gehad. Voorbeelden hiervan zijn fysiotherapie om weer te leren lopen of slikken, ergotherapie, logopedie en psychische ondersteuning.
Kun je zelf je risico op een beroerte verkleinen?
Bepaalde aandoeningen zoals hartritmestoornissen kunnen het risico op beroertes vergroten. Wanneer dit risico bestaat moeten deze patiënten preventief medicatie slikken. Maar ook wanneer je deze aandoeningen niet hebt kun je een beroerte krijgen.
Beroertes zijn vaatproblemen en vallen daarom onder hart- en vaatziekten. Er zijn verschillende risicofactoren bekend die het ontstaan op hart- en vaatziekten vergroten. Een deel van die factoren is helaas erfelijk bepaald. De belangrijkste zijn echter roken, suikerziekte, overgewicht, hoge bloeddruk en hoog cholesterol. Hier kun je gelukkig zelf een grote invloed op uitoefenen! Zowel lichamelijke inspanning als gezonde voeding zijn hierin belangrijke overkoepelende componenten en hebben invloed op zowel diabetes als overgewicht, bloeddruk en cholesterol.
Enkele referenties:
1 Fransen PS, Beumer D, Berkhemer OA, et al. MR CLEAN, a multicenter randomized clinical trial of endovascular treatment for acute ischemic stroke in the netherlands: Study protocol for a randomized controlled trial. Trials 2014;15: 343,6215-15-343.
2 Nogueira RG, Jadhav AP, Haussen DC, et al. Thrombectomy 6 to 24 hours after stroke with a mismatch between deficit and infarct. N Engl J Med 2018;378: 11-21.
3. RebelEM
Deze blog verscheen eerder op www.GZND.enzo