''Doe jij dan zelf ook de mond-op-mond beademing?”, vraagt een vriendin me, terwijl we kijken naar een fictieve reanimatie op tv. “Nee, in het ziekenhuis gebruiken we daar een zuurstofkapje voor”, antwoord ik. “Maar op straat zou ik het wel doen”. Ze kijkt me aan en trekt een vies gezicht. “Is dat dan echt nodig?”
Hartstilstand
Wanneer iemand plots bewusteloos raakt en niet meer ademhaalt, is er waarschijnlijk sprake van een reanimatiesetting.(1) In de volksmond wordt dit ook wel een hartstilstand genoemd. Deze bewoording klopt echter niet helemaal: het hart staat namelijk lang niet altijd stil. In de basis gaat het erom dat het hart niet meer in staat is om het bloed adequaat rond te pompen. Dit kan verschillende oorzaken hebben, die zowel binnen als buiten het hart kunnen liggen.
Jouw rol bij een reanimatie
Het merendeel van de reanimaties begint op straat. Sterker nog, dit zijn er 8000 per jaar. Oftewel: 23 reanimaties per dag! Grote kans dus dat jij dit een keer gaat tegen komen! De overleving en uitkomst van een reanimatie is onder andere gerelateerd aan de kwaliteit van de reanimatie in de eerste 5 minuten. In Nederland duurt het ongeveer 5-8 minuten voordat een ambulance arriveert na een melding van een reanimatie.(1) De eerste 5 minuten kun jij dus het verschil maken!
Borstcompressies
Reanimeren bestaat uit het geven van borstcompressies en beademingen.(1) Door met regelmatige diepte en frequentie op de borst (tussen de borsten) te drukken probeer je de pompfunctie van het hart na te bootsen om zo zuurstofrijk bloed rond te pompen. Er moet dus wel zuurstof in het bloed zitten; en dat is waar (mond-op-mond) beademing om de hoek komt kijken.
Mond-op-mondbeademing
De lucht die je uitademt bevat nog zuurstof. Zo veel zelfs, dat je er een ander weer mee van zuurstof kunt voorzien! Dit doe je door je mond op de mond van die persoon te plaatsen, de neus dicht te knijpen, en lucht in te blazen. Volgens de huidige richtlijn wissel je 30 borstcompressies af met 2 beademingen.(1)
Is mond-op-mondbeademing echt nodig?
Veel mensen vinden het, net als mijn vriendin, een vies idee: je mond op de mond van een vreemde. Studies laten zien dat de meeste volwassen mensen de eerste 5 minuten in een reanimatiesetting nog genoeg zuurstof in hun bloed hebben zitten. Je hoeft dus niet perse altijd direct mond-op-mondbeademing toe te passen. Je kunt er ook voor kiezen om alleen continu borstcompressies te geven.(1)
Er is echter een uitzondering
Wanneer zuurstofgebrek de oorzaak is van een reanimatiesetting moet er wél direct zuurstof gegeven worden. Weet je dit dan van tevoren? Nee, maar de kans is in ieder geval groot bij drenkelingen, mensen die al fors benauwd waren en bij kinderen. Geef deze dus in ieder geval wél mond-op-mond beademing.
Hoe werkt dat dan?
Dat leer ik je allemaal in mijn reanimatie cursussen die je thuis kunt volgen vanaf je eigen bank (of waar je ook maar wilt).
Durf te doen!
Reanimatie mèt mond-op-mondbeademing is het universele protocol en geeft al met al de beste uitkomsten. Dit heeft dan ook vooralsnog de voorkeur! Maar, je kunt er als leek ook voor kiezen om alleen borstcompressies te bevestigen en geen mond-op-mond beademing te geven. Wacht vervolgens op professionele hulp. Het belangrijkste is om je te realiseren dat vaak elke poging tot reanimatie beter is dan geen. Tenzij iemand natuurlijk een niet-reanimeren verklaring heeft. Maar dat is weer een heel ander verhaal..
Referentie:
1. Perkins GD, Handley AJ, Koster RW, et al. European resuscitation council guidelines for resuscitation 2015: Section 2. adult basic life support and automated external defibrillation. Resuscitation 2015;95: 81-99.
Disclaimer: Deze blog van mijn hand verscheen eerder op www.GZND.enzo