Vier dagen geleden vertelde ik in deze blog dat nu toch blijkt dat zwangeren een verhoogd risico lopen op een ernstiger beloop van een SARS-CoV-2 infectie op basis van recente onderzoeken. Des te meer reden om te evalueren of zwangeren niet ook gevaccineerd moeten kunnen worden. Maar, dan moet je natuurlijk wel goed de risico’s kennen en daarin zat hem nu net de crux. Zwangeren waren immers uitgesloten van de grote onderzoeken naar de vaccins. In de vorige blog beschreef ik de eerste kleine studie naar uitkomsten van vaccinatie tijdens de zwangerschap. Een studie die zo klein was dat het wel richting gaf, maar niks bewees. Maar er is nieuws! Inmiddels hebben in de Verenigde Staten namelijk al veel mensen een van de mRNA vaccins gehad, waaronder een grote groep zwangere vrouwen. Zij konden nadien vrijwillig deelnemen aan een onderzoek waarbij er gekeken werd naar de veiligheid van de vaccins tijdens de zwangerschap, en eventuele effecten op de zwangerschapsuitkomsten. Ruim 35 duizend vrouwen deden mee, en dit waren de resultaten:
1. Geen toename in bijwerkingen van vaccinatie bij zwangeren
De voorlopige resultaten van het onderzoek werden op 21 april online gepubliceerd op de website van het prestigieuze medische tijdschrift The New England Journal of Medicine.[1] De onderzoekers rapporteren de gegevens van 35691 zwangere vrouwen van 25-34 jaar die gevaccineerd werden met het Pfizer of Moderna vaccin. Een heleboel zwangeren dus, de grootste groep tot nu toe. Waarom zij eigenlijk gevaccineerd werden tijdens hun zwangerschap? Omdat het overgrote deel werkte in de zorg, een groot risico liep om ziek te worden, en daarom koos voor een vaccinatie. De meeste vrouwen waren al zwanger op het moment van vaccinatie (87%), de rest werd zwanger na vaccinatie. In deze grote groep werd gekeken naar de algemene bijwerkingen van de vaccinatie. En wat bleek? Zwangere vrouwen hadden even vaak milde bijwerkingen als niet-zwangere vrouwen. Ook ernstige reacties (zoals een ernstige allergie) kwamen even vaak voor als bij niet-zwangere vrouwen. Het enige wat iets vaker gerapporteerd werd bij zwangere vrouwen die gevaccineerd werden was een gevoel van misselijkheid en braken .[1]
2. Geen onvruchtbaarheid
Het feit dat van de 35691 vrouwen die meededen aan het onderzoek een substantieel deel (bijna 5000 vrouwen) zwanger werd ná vaccinatie weerlegt gelijk de ongegronde theorie dat vaccinatie onvruchtbaar zou maken. Deze onvruchtbaarheidstheorie, die vooral via social media is verspreid en niet op enig wetenschappelijk onderzoek is gebaseerd, stamt van het idee dat het spike eiwit van het coronavirus en vaccin (zie voor meer informatie over vaccinwerking deze blog) lijkt op een eiwit in de placenta. Het immuunsysteem zou volgens de theorie hier van in de war kunnen raken en de placenta gaan aanvallen. Los van het feit dat wanneer je een placenta hebt aangemaakt, je dus wél vruchtbaar bent (een placenta ontstaat pas ná de bevruchting), lijkt het spike eiwit onvoldoende op de eiwitten in de placenta om het immuunsysteem te activeren tot het aanvallen van de placenta. Ter vergelijking: het spike eiwit lijkt net zo veel op bijvoorbeeld collageen, wat in je huid en botten voorkomt, en waar ook niks mee gebeurt na vaccinatie.
3. Niet vaker miskramen dan normaal tijdens de zwangerschap
Van de oorspronkelijke onderzoeksgroep konden van 3958 vrouwen de uitkomsten van de zwangerschap worden verzameld. Dit ligt lager dan het totale aantal vanwege de duur van de studie (tot nu toe 3 maanden, in die tijd hebben niet alle vrouwen hun zwangerschap van 9 maanden kunnen volbrengen, en het onderzoeksmodel). In totaal hadden 827 vrouwen van deze groep binnen de huidige studieperiode van ongeveer 3 maanden hun zwangerschap volbracht, waarvan gegevens konden worden verzameld. Van deze vrouwen had 86% een levend geboren kindje gekregen en kreeg 13% een miskraam (waarvan 93% vroegtijdig, dus voor de 13e week van de zwangerschap). Eén vrouw kreeg een doodgeboren kindje. Dit percentage miskramen lijkt misschien een hoog getal, maar is vergelijkbaar met de normale Amerikaans en Europerse cijfers. Ook waren er een aantal vrouwen die een geplande zwangerschapsafbreking hadden (abortus), of een buitenbaarmoederlijke zwangerschap (1%).
4. Complicaties bij kinderen komen niet vaker voor
Complicaties tijdens de zwangerschap die optraden bij de kinderen waren: vroeggeboorte (9%), het te klein zijn van het kind (3%) en het ontstaan van aangeboren afwijkingen (2%). Geen van de kinderen overleed na de geboorte. Wat betreft de aangeboren afwijkingen werd er gekeken of er een bepaald patroon zichtbaar was, wat het aannemelijk zou maken dat er dezelfde oorzaak (zoals het vaccin) aan ten grondslag kan liggen. Dit was er niet. De vrouwen die een kindje kregen met een aangeboren afwijking hadden allemaal pas later in de zwangerschap het vaccin gekregen, dus niet in het 1e trimester, de periode waarin aangeboren afwijkingen veelal ontstaan. Ook dat pleit tegen invloed van het vaccin op het ontstaan van aangeboren afwijkingen bij de kinderen. Bovendien ligt volgens de auteurs het risico op aangeboren afwijkingen normaal rond de 3%. Al met al geen reden dus om aan te nemen dat vaccinatie tijdens de zwangerschap complicaties geeft voor moeder of kind.
Belangrijke kanttekeningen
Er zijn echter wel een aantal belangrijke kanttekeningen bij deze studie te maken. Van de vrouwen in deze studie waarvan de zwangerschapsuitkomsten bekend waren heeft slechts 2% het vaccin vlak voordat ze zwanger werd gekregen. In totaal kreeg 29% het vaccin in het eerste trimester van de zwangerschap, 43% in het tweede trimester en 26% in het derde trimester. Oftewel: het merendeel kreeg de vaccinatie laat in de zwangerschap, waarmee je überhaupt al minder kans hebt op belangrijke potentiele complicaties zoals spontane abortus, aangeboren afwijkingen of vroeggeboorte. Het is dus belangrijk je te realiseren dat deze studieresultaten daarom vooralsnog weinig hards zeggen over de zwangerschapsuitkomsten en eventuele zwangerschapscomplicaties van vrouwen die de vaccinatie vlak voorafgaand aan de zwangerschap hebben gekregen of in het 1e trimester.[1] Simpelweg omdat deze zwangerschappen nog niet afgelopen waren binnen de onderzoeksperiode waarin er tot nu toe is gekeken.
De onderzoekers beschrijven in dit onderzoek dus de voorlopige gegevens. De vrouwen zijn nu 3 maanden gevolgd, en het onderzoek loopt nog door. Hierbij willen ze nog meer zwangeren volgen. Bovendien zullen dan ook de zwangeren die in het 1e trimester en voor de zwangerschap gevaccineerd werden bevallen zijn, en de uitkomsten van deze zwangerschappen bekend worden.[1]
Ook zijn in deze studie alleen het Pfizer en Moderna vaccin onderzocht, en gelden de uitkomsten dus alleen voor deze vaccins. En als laatste belangrijke kanttekening: deze studie maakt gebruik van wat vrouwen zelf rapporteren. Dit is een kwetsbaar onderzoek model, omdat er hierdoor belangrijke info gemist kan worden. Bijvoorbeeld als iemand erg ziek wordt en geen mogelijkheid heeft om zelf te rapporteren, maar ook wanneer iemand net is bevallen en wel even wat anders aan haar hoofd heeft dan meedoen aan een onderzoek.
Richtlijn aangepast: Wél vaccineren tijdens de zwangerschap
Een dag na uitkomst van dit onderzoek en deels op basis van de resultaten uit dit onderzoek hebben de Nederlandse verenigingen van obstetrie & gynaecologie, verloskundigen, kindergeneeskunde en het RIVM de richtlijn voor vaccinatie tijdens de zwangerschap veranderd. Vanaf nu wordt aan alle zwangere vrouwen geadviseerd om zich wél te laten vaccineren, bij voorkeur met een mRNA-vaccin. Ook zeggen zij dat ze geen bezwaren zien voor vaccinatie bij vrouwen die borstvoeding geven, omdat aannemelijk is dat de vaccins niet in de borstvoeding terechtkomen. [2] Mogelijk zou vaccinatie zelfs voordelen kunnen hebben, zoals het doorgeven van antistoffen aan je baby. Daar over lees je meer in deze blog
Referenties
Disclaimer: Deze blog is geschreven vanuit mijn perspectief als arts. Ik geef in deze blog geen medisch advies, maar probeer de informatie te geven waarmee jij zelf kunt beslissen. Ik ben geen expert op het gebied van politiek, of economie, en schrijf daar dus ook niet over. Een pandemie is voor ons allemaal nieuw. Voor artsen, voor de overheid, voor iedereen. Beleid maken op het onbekende, met informatie die morgen alweer achterhaald kan zijn, is super moeilijk. Dat vergt mijns inziens ballen. En daarmee kunnen de keuzes die vandaag gemaakt worden, met de kennis van vandaag, over een half jaar zowel onzinnig als heel goed blijken. Dat is de onzekerheid waar beleidsmakers momenteel mee hebben te dealen. Ik probeer in deze blog met de medische kennis die ik heb informatie te geven over de medische kant van het verhaal, gebaseerd op de informatie die voor mij beschikbaar is op het moment van schrijven, d.d. 19-4-21. Ik word niet betaald of gesponsord voor het schrijven van deze blog, noch door mijn ziekenhuis, noch door de overheid of de farmaceutische industrie. Voor meer actuele informatie: ga naar www.rivm.nl